9789033132391

Thea Zoeteman Mirella’s keus d DEN HERTOG - HOUTEN

© 2023 Den Hertog B.V., Houten ISBN 978 90 331 3239 1 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij digitaal, elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

9 Hoofdstuk 1 O nee...! Geschrokken remt Mirella af, zet haar voet op het trottoir en kijkt dan achterom. Daar ligt haar tas, midden op straat. Een aantal boeken en andere spullen zijn eruit geschoven. Ze liggen in een halve waaier om haar tas heen. Een groepje scholieren komt aan fietsen. Ze kunnen nog net uitwijken en gaan er met een boogje omheen. ‘Tas kapot?’ Een jongen, die ze kent van school, kijkt haar met een brede grijns aan. Ze ziet het leedvermaak op zijn gezicht. ‘Nou, succes.’ Waar ze succes mee moet hebben, maakt hij haar niet duidelijk. Hij fietst door zonder een helpende hand uit te steken. Een meisje remt aarzelend af, maar als ze ziet dat de rest doorrijdt, volgt ze het groepje ook maar snel. Mirella zet haar fiets op de standaard en loopt naar haar tas. Ze bukt zich om de boeken en haar andere schoolspullen op te rapen. ‘Je tas kapot?’ Een fietser remt dicht bij haar af en Mirella kijkt niet eens op. Natuurlijk weer een lolbroek met leedvermaak. Voor haar part fietst deze persoon meteen weer door. ‘Ik help wel.’ Voordat Mirella erop bedacht is, ziet ze twee handen die haar boeken en andere spulletjes pakken. Ze kijkt op, recht in een vrolijk sproetengezicht met blauwe ogen en donker stekeltjeshaar.

10 ‘Bedankt,’ zegt ze wat bedremmeld. Ze kent deze jongen. Hij fietst bijna dagelijks langs hun school. Maar dat is dan ook alles. Ze weet niet hoe hij heet en waar hij naartoe gaat. Behulpzaam overhandigt hij haar de stapel boeken en bukt zich opnieuw om de tas op te rapen. ‘De rits is kapot.’ Hij houdt de tas voor haar open, zodat ze de boeken erin kan laten glijden. ‘Misschien kun je hem nog laten repareren en anders moet je een nieuwe tas kopen.’ ‘Ja.’ Ze kijkt bedenkelijk naar de kapotte rits. ‘Er zat vanmorgen al een klein scheurtje in. Ik hoopte dat hij het vandaag nog zou houden.’ ‘Niet dus.’ De jongen bukt zich opnieuw om haar etui en agenda op te rapen. ‘Het is nu alleen de kunst om de boeken in je tas te houden. Moet je nog ver?’ ‘Hmm, een halfuurtje fietsen.’ ‘Hoe ga je dat dan doen?’ Mirella haalt wat hulpeloos haar schouders op. Goede vraag van die jongen. Ze kan natuurlijk haar tas opnieuw onder de snelbinders vastzetten, maar straks gebeurt er weer hetzelfde. En als rugzak functioneert dat ding ook niet meer. Wat nu? Ze kijkt naar de jongen die nu zichtbaar nadenkt over een oplossing. Dan steekt hij opeens een vinger op. ‘Ik weet wat.’ Tot Mirella’s grote verbazing trekt hij zijn riem uit zijn broek en bindt die vervolgens om haar tas. ‘Ik denk dat je tas zo wel blijft zitten.’ Mirella bijt op haar lip en moet moeite doen om niet te lachen. Hoe krijgt die jongen het verzonnen? ‘Ik hoop voor je dat je broek goed blijft zitten.’ De jongen grinnikt. ‘Dat zal vast wel. Ik heet trouwens Jeroen. En jij?’ ‘Mirella.’

11 ‘Mooie naam.’ Mirella haalt haar schouders op. Ze vindt het een gewone naam. Niets bijzonders. ‘Denk je dat het zal gaan?’ Jeroen kijkt van Mirella naar de tas die weer achter op haar fiets vastzit. ‘Ik denk het wel.’ Ze voelt aan de riem. Die zit stevig om de tas heen. ‘Bedankt voor je hulp.’ Jeroen wuift haar dank weg. ‘Het is een kleine moeite om even te helpen.’ ‘Daar denkt blijkbaar niet iedereen hetzelfde over.’ Ze vertelt over het groepje scholieren dat gewoon doorreed en alleen maar een spottende opmerking maakte. ‘Belachelijk,’ vindt Jeroen. ‘Als zij met iets zouden zitten, zouden ze ook graag geholpen willen worden.’ ‘Dat denk ik ook.’ Ze stapt weer op haar fiets en Jeroen rijdt een klein stukje met haar mee. Dan moet hij naar links. Mirella kijkt hem dankbaar na. Als groet steekt hij nog even zijn hand naar haar op. ‘Dag! En bedankt!’ zegt ze nog eens. Dan trapt ze hard door om zo snel mogelijk thuis te zijn. Met een boog gooit ze de gewraakte tas in de gang onder de kapstok. Straks maar gelijk naar Thirza en Jolien appen of ze zin hebben om morgenmiddag uit school het winkelcentrum in te gaan. Balen dat ze op verschillende tijden uit zijn. Dat is natuurlijk wel weer een dingetje. Maar ze moet dringend een nieuwe tas. Deze is nu echt kapot. Haar kleine zusje Sarah, van één jaar oud, heeft zich opgetrokken aan de rand van de box. Zodra Mirella de kamer binnenkomt, roept Sarah: ‘El... El...’ In drie stappen is Mirella bij de box. ‘Ha, Saartje. Ben je zo blij dat ik er weer ben? Wil je eruit? Kom dan maar.’

12 Ze tilt het kleine meisje op en houdt haar dicht tegen zich aan. Haar gezicht stopt ze in de blonde krulletjes en ze ruikt de zachte geur van babyshampoo. ‘Dat is niet de bedoeling, Mirella.’ Moeder komt de kamer in. ‘Sarah wil de laatste tijd niet meer in de box. Op deze manier moedig jij haar nog meer aan.’ Mirella maakt een rondedansje door de kamer met haar zusje tegen zich aan. ‘Ik begrijp haar helemaal. Ik zou ook stapeldol worden als ik in zo’n klein hokje opgesloten zat.’ ‘Zet Sarah nu maar snel terug in de box.’ Mirella ziet aan moeders gezicht dat het menens is. Als ze haar zusje weer in de box laat zakken, zet Sarah het prompt op een krijsen. ‘Dat heb je er nou van,’ moppert moeder. ‘Weet je wat? Geef jij haar het fruithapje maar. Het staat al klaar in de keuken.’ Moeder zet Sarah in de kinderstoel. Het kleine meisje trappelt ongeduldig met haar armen en benen. Ze is dol op fruit en Mirella vindt het leuk om het haar zusje te geven. ‘Mam, u bent toch een kei in naaien?’ Het fruithapje is op enMirella maakt het mondje van Sarah schoon met een doekje. Dan tilt ze haar zusje uit de kinderstoel en zet haar weer in de box. Deze keer gaat het zonder protest. ‘Dat hangt er helemaal van af wat er gerepareerd moet worden,’ reageert moeder nuchter. ‘Wat is er kapot?’ Mirella pakt haar tas uit de gang. ‘Mijn rits is helemaal opengescheurd en onderweg zijn al mijn boeken en andere schoolspullen eruit gevallen.’ Moeder fronst. ‘Was dat niet een beetje te verwachten? Je zei vanmorgen al dat er een klein scheurtje in zat.’ ‘Ik kon toen toch niet weten dat het zo snel verder zou gaan?’ Mirella haalt haar schouders op. ‘En ik moest toch een tas meenemen? Ik kon moeilijk mijn boeken los onder de snelbinders

13 stoppen. Maar wat denkt u? Kunt u hem maken? Anders ga ik morgen gelijk een nieuwe halen.’ ‘Toe maar. Alsof het niets kost.’ Moeder pakt de tas aan en schiet in de lach. ‘Wat een vondst! Hoe kom je aan die riem?’ Mirella denkt aan de jongen die zo vriendelijk was om haar te helpen. Waarschijnlijk loopt hij nu met een afzakkende broek rond. Ze smoort een geluid in haar keel en ontwijkt haar moeders vragende ogen. Moeder wacht op een antwoord, maar dit gaat ze haar niet vertellen. Nooit! Met een klap wordt de kamerdeur opengegooid. Haar zusje Rianne stormt met een vuurrode kleur naar binnen. ‘Mama, Daan is gevallen en er is allemaal bloed.’ Nu dringt het gekrijs van Daan tot in de kamer door. Moeder laat de tas pardoes op de vloer vallen en rent achter Rianne aan naar buiten. Mirella is ook bezorgd over haar broertje, maar ze is blij dat ze nu niets aan haar moeder hoeft uit te leggen over die riem. Het valt gelukkig mee met Daan. Er rollen nog dikke tranen over zijn wangen als hij binnenkomt, maar met een grote pleister op de schaafwond en een snoepje is hij al snel getroost. Even later gaan Rianne en Daan weer naar buiten. ‘Ik wil kijken of ik de rits kan repareren, Mirella,’ zegt moeder als de rust weergekeerd is. ‘Maar ik durf niets te beloven. Het is stugge stof en daarvoor moet je een professionele naaimachine hebben en speciale naalden. Die heb ik niet.’ Mirella is allang blij dat haar moeder vanavond na het eten ernaar wil kijken. Met een beetje geluk krijgt moeder het voor elkaar, en hoeft ze morgen niet naar het winkelcentrum voor een nieuwe tas. Haar moeder is superhandig, dus Mirella heeft er alle vertrouwen in. ‘Wat heb jij nou voor een tas bij je?’ Thirza kijkt verbaasd naar het bruin gevlekte exemplaar dat Mirella met een band over haar

14 schouder houdt. Ze lopen naar de ingang van de school. ‘Een ouwetje van Jesse.’ Mirella trekt een gek gezicht. ‘Ik had geen keus. Die van mij is kapot. Mijn moeder heeft gisteravond nog een poging gedaan om mijn tas te repareren, maar de naald ging keer op keer stuk op de stugge stof. Nu moet ik een andere kopen.’ ‘Je kunt hem ook laten repareren. Ik weet een zaak...’ Mirella wuift het weg. ‘Het is het niet waard. Onderin zit een slijtageplek. Vandaag of morgen komt daar ook een gat in. Maar het was leuk geweest als mijn moeder de rits nog had kunnen maken, want dan had ik er nog even mee vooruit gekund. Ga je vanmiddag mee een nieuwe kopen?’ Ze lopen tussen de andere leerlingen door de gang naar hun lokaal. Een stukje verderop moeten ze ieder een kant uit. Thirza stopt en leunt met haar rug tegen de muur. ‘Ik heb best zin om te winkelen, maar onze roosters lopen helaas niet gelijk. Jij bent vanmiddag toch het zesde uit?’ ‘Ja. En Jolien het achtste.’ Thirza kijkt peinzend. ‘Dat is balen.We kunnenook zaterdagmiddag gaan. Dan moet jij het nog een paar dagen met de tas van Jesse doen.’ Mirella haalt haar schouders op. ‘Dat is niet anders. In de pauze is Jolien er ook bij. Dan spreken we het verder af. Oké?’ Thirza steekt haar hand op en ze geven elkaar een high five. Dan gaan ze ieder naar hun eigen lokaal. Het is druk in het schoolrestaurant. Mirella bukt zich om haar lunchtrommeltje uit haar tas te pakken. Rondom haar is het rumoerig. De tafel waaraan ze zit, wordt steeds voller. De meesten zijn haar klasgenoten, maar ze kijkt nu toch ook uit naar Jolien en Thirza. Ze zouden samen lunchen. Daar komt Thirza al aan, een beetje buiten adem van het haasten. Jolien volgt haar.

15 Er zijn aan weerskanten van Mirella nog twee stoelen vrij en haar vriendinnen schuiven naast haar. ‘Het scheelde maar een haar of ik kon langer blijven.’ Thirza laat geërgerd haar tas naast zich op de grond ploffen. ‘Mijn pen was gaan lekken. Hoe dat zomaar kon, weet ik niet, maar de hele tafel zat onder de vlekken. Het was een hele toer om het schoon te krijgen, maar het is gelukt. De lerares was in alle staten toen ze het zag.’ ‘Nou ja, zeg. Daar kon jij toch niets aan doen?’ Jolien kijkt verontwaardigd. ‘Nee, ze deed alsof ik het expres deed. Dat ding ligt nu in de prullenbak.’ ‘Wie? De lerares?’ Thirza giechelt. ‘Hopelijk is ze het de volgende les weer vergeten.’ Ze wappert met haar handen. De blauwe inktvlekken sieren haar vingers. ‘Ik kreeg het er niet af. Ondanks de zeep. Nou ja, dit souvenirtje zal ik nog wel een paar dagen houden.’ ‘Het slijt er vanzelf af.’ Jolien haalt haar schouders op. ‘Hé Mirella, wat heb jij een stoere tas bij je. Nieuw?’ ‘Nee.’ Mirella schudt haar hoofd. ‘Van Jesse. Die van mij is kapot. Het gebeurde gisteren op de fiets, dus de hele inhoud van m’n tas lag op de keien. Ga je mee een nieuwe tas halen?’ ‘Vandaag?’ ‘Nee joh, van de week een keer. Met ons drieën. Gaan we de stad weer onveilig maken.’ ‘Mij best.’ Jolien kijkt kritisch naar de donkere, stoere tas. ‘Camouflage, van het leger. Ik dacht al... Dat ding past niet bij jou. Kan je tas niet gerepareerd worden?’ ‘Nee.’ Mirella slaakt een zucht. ‘De rits is kapot en mijn moeder heeft nog een poging gedaan om hem te maken, maar het is niet gelukt.’ ‘Hoe ben je er gisteren mee naar huis gekomen dan?’ Jolien kijkt

16 haar nieuwsgierig aan. ‘Gewoon. Tas onder de snelbinders vastmaken en fietsen. Maar na een poosje begon dat ding te glijden en toen viel hij met een plof op de straat. Al mijn boeken en spullen waren eruit geschoven. Denk maar niet dat ik hulp kreeg. Iedereen fietste me gewoon voorbij.’ ‘Belachelijk,’ vindt Jolien. ‘En toen?’ ‘Toen kwam Jeroen...’ Jolien kijkt Mirella met grote ogen aan en schiet dan, samen met Thirza, in de lach. ‘Da’s een goeie. Toen kwam Jeroen. Die stopte en raapte de boeken voor je op.’ ‘Hoe weet je dat?’ vraagt Mirella verbaasd. ‘Logisch toch?’ Joliens stem klinkt spottend. ‘Ik zie het in gedachten gebeuren. Jeroen stopte dus al je boeken terug in de tas, maar de rits bleef kapot.’ ‘Daar heeft hij ook iets op gevonden.’ Mirella zet haar tanden in haar krentenbol en het is even stil. ‘Nou, vertel dan...’ ‘Hij trok zijn riem uit zijn broek en bond die om mijn tas. Zo bleven mijn boeken zitten en kon ik weer verder fietsen.’ ‘Hij heeft met zijn riem...’ Jolien, die juist een hap van haar boterhammet kaas wilde nemen, legt deze haastig weer neer. ‘Dus er loopt nu ergens een jongen met een afgezakte broek rond.’ Ze proest het uit. ‘Het was gisteren.’ ‘Ja, maar als hij geen riemen op voorraad heeft, zit hij vandaag met hetzelfde probleem. Wat een giller.’ Mirella lacht zuurzoet mee. Gisteren kon ze de humor er nog van inzien. Nu baalt ze er toch wel een beetje van. ‘Jeroen dus...’ Jolien kijkt Mirella nadenkend aan. ‘Hoe nog meer?’ Mirella haalt haar schouders op. ‘Geen idee.’ ‘Waar woont hij?’

17 ‘Weet ik ook niet.’ ‘Huh?’ Thirza schudt haar hoofd. ‘Dus je weet verder niets van hem? Hoe krijgt hij dan zijn riem terug?’ ‘Ja, nu je het zegt.’ Mirella krabt twijfelachtig met haar vingers door haar haren. ‘Daar heb ik niet over nagedacht.’ Ze ziet hoe de ogen vanThirza beginnen te twinkelen. ‘Dan moet je de riem aan je kast laten hangen als relikwie.’ ‘Dat dacht ik niet. Ik hoop dat ik hem snel weer zie. Hij fietst heel vaak langs school.’ ‘Wacht eens...’ Jolien vergeet verder te eten. ‘Is dat die jongen met donker stekeltjeshaar, blauwe ogen en sproeten?’ ‘Hoe weet je dat?’ Jolien giechelt. ‘Iedere keer als hij langs fietste, zei je: “Kijk, daar heb je die leuke jongen weer.”’ ‘Heb ik dat echt gezegd?’ vraagt Mirella verbaasd. ‘Wel meer dan één keer.’ Jolien heeft pretlichtjes in haar ogen. ‘Ja toch, Thirza...?’ Thirza knikt. ‘Zeker weten. We wilden het niet zeggen, maar we dachten al een tijdje dat je misschien verliefd op hem was.’ ‘Doe niet zo gek.’ Mirella voelt een kleur opkomen. Ze schudt haar hoofd. ‘Ik vind hem alleen maar leuk.’ ‘Ja... ja...’ plaagt Jolien. ‘Meestal begint verliefdheid met iemand leuk vinden. Thirza en ik kunnen het weten, want wij hebben ervaring.’ Mirella besluit om er verder niet op in te gaan. Des te sneller is dat geplaag van haar vriendinnen over. Ze kauwt nadenkend op haar krentenbol. Het is te hopen dat ze Jeroen inderdaad snel weer terug ziet. Ze zal zorgen dat ze de riem in haar tas heeft, zodat ze die aan hem kan geven als ze hem ziet. Ze kijkt naar Jolien en Thirza. Die lachen haar gewoon uit. Had ze hen maar niets verteld, want nu stoppen ze natuurlijk niet meer. Jolien plukt een stukje kaas uit haar boterham. ‘Zou hij bij ons groepje passen?’

18 ‘Jolien!’ Mirella roept haar naam zo luid, dat andere leerlingen verbaasd omkijken. ‘Hij moet goed met Arthur en Edward kunnen opschieten,’ gaat Jolien verder. ‘Denk je dat Jeroen hun type is?’ ‘Jullie zijn echt hopeloos,’ zucht Mirella. ‘Zullen we het over iets anders hebben? Wanneer gaan we de stad in? Jullie willen toch met me mee voor een nieuwe tas?’ ‘Natuurlijk,’ zegt Thirza. ‘Dat had ik toch al gezegd? Jij gaat toch ook mee, Jolien?’ ‘Ja, gezellig. Wanneer?’ ‘Zaterdagmiddag. Kunnen jullie dan?’ Mirella kijkt hen vragend aan. ‘Of hebben jullie met Edward en Arthur afgesproken?’ ‘Nee hoor, dat kan wel,’ zegt Jolien. ‘Ik werk tot twaalf uur bij bakker Joost, dus we hebben de hele middag. Hoe laat? En gaan we met de bus?’ ‘Ja, goed.’ Mirella knikt. ‘Zullen we om één uur vertrekken?’ De meiden knikken enthousiast. ‘Dat is de moeite.’ Jolien steekt haar duim op. ‘Leuk om met ons drieën de stad weer eens in te gaan.’ ‘Hoe kom je er eigenlijk bij om de laatste tijd steeds naar school te fietsen?’ vraagt Thirza. ‘Had je geen zin meer in de bus?’ ‘Nee.’ Mirella doet haar lege lunchbox weer dicht en stopt die in haar tas. ‘Dat wachten bij de bushalte was ik zo zat. En ’s morgens was de bus iedere keer stampvol. Meestal moest ik blijven staan omdat er geen plekje meer was om te zitten.’ ‘Dat is ook zo,’ knikt Thirza. ‘Je voelt je soms net een sardientje in een blik. En dan al die parfum en zweetluchtjes. Ik werd er pasgeleden gewoon een beetje misselijk van.’ ‘Snap je?’ Mirella knikt voldaan naar Thirza. ‘Fietsen is gezonder en je bent lekker buiten. Het bevalt me prima.’ ‘Helemaal mee eens,’ vindt Jolien. ‘Na die ene heftige winterse bui ben ik ook een poosje met de bus gegaan. Maar nu fiets ik weer.’

19 ‘Jij deed het toch om af te vallen?’ Mirella kijkt haar vriendin vragend aan. ‘Ja, maar Arthur vond mij helemaal niet te dik. Nu fiets ik omdat ik het leuk vind.’ Mirella grinnikt. ‘Petje af voor Arthur dat hij jou zo makkelijk kon overtuigen. Je was heel fanatiek bezig om die kilo’s kwijt te raken. Het maakte je niet uit wat wij ervan vonden, want je ging gewoon door. Maar toen Arthur zei dat het niet nodig was, geloofde je hem gelijk.’ Jolien krijgt een kleur. ‘Het was niet omdat ik jullie niet wilde geloven. Ik voelde het nu eenmaal zo. Arthur dacht er net zo over als jullie en was er zelfs verontwaardigd over. Hij vindt mij... eh... nou ja... mooi zoals ik ben. Hij houdt niet van magere sprieten, zei hij.’ Mirella wrijft met haar hand over haar middel. ‘Misschien ben ik dan wel te mager.’ ‘Vel over been,’ plaagt Thirza. ‘Dus ik zou morgen gelijk maar weer met de bus gaan. Te veel beweging is niet goed voor je.’ ‘Maar dan ontloop je de kans om die Jeroen nog een keer tegen te komen,’ zegt Jolien. ‘Dat is waar. Dan zit er niets anders op, Mirella.’ Thirza kijkt haar plagend aan. ‘Je moet nu wel fietsen.’ Mirella haalt haar schouders op. Ze vindt het helemaal niet erg. Ze hoopt dat Jeroen gauw weer langs school fietst. Dan kan ze de riem teruggeven. En het is natuurlijk ook erg leuk om hemweer te zien en te spreken.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==